Zo neem ik het cliëntje mee naar de behandelkamer. De aliens zijn kleurrijk speelgoed, effectief voor allerlei taalkundige spelletjes.


Bij de kinderen die nog niet of nauwelijks spreken beginnen we met ‘die’ of ‘daar’, elke keer als we een alien/spookje in een bakje plaatsen. De uitingen zijn eenvoudig aan te passen, voor elk grammaticaal niveau is wel iets te bedenken: die daar, is daar, die is, die kan, die mag. Blauw/rood/… mag daar, in blauw/rood/…, etc.

Maar ook het taalbegrip kan geoefend worden: die mag in het blauwe bakje, het gele spook(je)/de gele alien mag in het rode bakje. Of oefenen met inversie: in het rode bakje mag de blauwe alien. Of zonder toevoeging van de -e: een rood bakje voor een groen spook.

Om te leren dat informatie specifiek genoeg overgebracht moet worden om te begrijpen, kunnen twee sets gebruikt worden. Een scherm ertussen en elkaar vertellen welke spookjes of aliens in welke bakjes mogen blijft een leuke en actieve manier om goed te vertellen én goed te luisteren!

Naast het stimuleren van het taalbegrip en de zinsontwikkeling, kan ook de spraak goed ondersteund worden. Doordat er veel aliens bij zitten kunnen doeluitingen vaak geoefend worden, kan beurtwisseling goed geoefend worden en kan een spraakklank of spraakbeweging vaak aan bod komen. Ssssspook! Gggeel, gggggg(r)oen, ggga! Of ronding van de lippen: spook, groen, rood.

Het speelgoed is ontzettend veelzijdig. Want naast de mogelijkheden hierboven, kunnen de kinderen de aliens ook sorteren en kunnen ze met de pincet de aliens pakken, waarbij ook veel verschillende zinnen of spraakklanken (in oefenwoorden of oefenzinnen) aan te bieden zijn.